6 Dingen waar ik het als neurodivergent mens moeilijk mee heb
Het zal mijn mombrain wel zijn, maar ik dacht dat ik deze post al eens had geschreven. Dat bleek niet zo te zijn, dus bij deze mijn bijdrage aan jouw dag: een kijkje in mijn neurodivergente brein/leven — zeker niet met de bedoeling om te klagen, al kan ik niet uitsluiten dat ik dat toch doe 😉
Overgangen
Overgangen zijn voor mij echt een grote uitdaging. Van de ene activiteit naar de andere schakelen voelt echt als een enorme drempel, zelfs bij de meest idioot simpele dingen zoals ’s ochtends uit bed komen of douchen. Het is niet dat ik niet uit bed geraak omdat ik nog moe ben (ook al ben ik dat vaak wel nog), maar omdat de overgang van in bed liggen naar aan mijn dag beginnen nogal overweldigend is.
Douchen lijkt iets simpel, maar vraagt een hele reeks aan stappen (uitkleden, onder de douche gaan staan, haar wassen, zepen, benen scheren (als ik zin heb), er van onder stappen, afdrogen, aankleden) die een enorme berg werk lijken. En dat heb ik dan ook met bijvoorbeeld ’s avonds mijn gezicht reinigen. Ik herinner mezelf er elke avond vaak aan dat mijn gezicht wassen en insmeren letterlijk nog geen twee minuten duurt en dan lukt het. Maar even vaak lukt het niet en dan laat ik het gewoon zo. Als het acceptabel en vooral comfortabel zou zijn om rechtstreeks met mijn kleren aan in bed te kruipen en er zo weer uit te rollen en aan mijn dag te beginnen, ik zou het doen.
Hetzelfde met autorijden of D naar school brengen of ophalen. Jas en schoenen aan, tas meenemen en dan bij thuiskomst weer alles in omgekeerde volgorde. Of eten als ik achter de computer zit. Als ik niet op voorhand al iets van eten heb meegenomen, zou ik soms — ondanks mijn honger hé — niet eten omdat ik het gedoe vind om naar de keuken te lopen en mezelf eten te maken. Ik eet dan vaak pas als ik al klachten van de honger heb. Als ik het hier zo opschrijf, vind ik het eigenlijk zelf onnozel dat ik dat zo moeilijk vind.
Eten
En dan meer bepaald eetsituaties waarbij ik niet thuis ben. Ik vind het bijna altijd stresserend. Kijken mensen naar mij? Zit er iets tussen mijn tanden? Op restaurant gaan vind ik echt een hel, behalve als ik het daar goed ken. Ik vind het stresserend omdat ik nogal kieskeurig ben en veel moeite heb met bepaalde texturen en ze in restaurants om de een of andere reden graag champignons gebruiken of alcohol in hun sausjes verwerken. Liefst kies ik dingen van het kindermenu en ik vind het dan ook eigenlijk belachelijk dat er zoiets als een kindermenu bestaat. Mag ik als volwassen vrouw geen zin hebben in balletjes in tomatensaus, appelmoes of kaaskroketjes?
Maskeren
Maskeren doe ik al wat minder dan vroeger. Dat komt omdat ik het sinds mijn diagnose gemakkelijker vind om aan te geven dat ik bepaalde situaties moeilijk vind en dat ik wat meer ruimte voel (zelf gecreëerd heb) om mezelf te zijn. Maar tegelijkertijd is het iets wat ik al zo lang doe en waarvan ik het eigenlijk ook meestal onbewust doe en dat maakt het vaak ook moeilijk om te kiezen het niet te doen, gewoon omdat ik niet goed weet wat ik dan écht wil, denk of voel.
Ik ben eigenlijk bijna constant aan het nadenken over hoe ik overkom en wat ik moet doen en hoe andere mensen iets doen en eerlijk, ik denk dat ik daardoor nooit echt het gevoel heb dat ik goed genoeg ben, omdat het voor andere mensen zo moeiteloos lijkt.
Altijd de weg kwijt in mijn hoofd
Vrij letterlijk dan: ik heb moeite om een route voor me te zien, zelfs naar plekken waar ik regelmatig kom. Ik kan echt niet uitleggen hoe je bij de supermarkt komt die op een kwartier wandelen van mijn huis is. Pas als ik onderweg ben, herken ik de route stukje bij beetje. Nu is dat niet zo’n probleem als ik aan de plaatselijke supermarkt wil geraken, maar wel als ik zonder gps 40 minuten naar mijn werk moet rijden. Dat doe ik dan dus ook niet, haha.
De wereld is te aanwezig
Harde geluiden, felle lichten, iemand die tegen me botst, sterke geuren, veel visuele prikkels, … alles komt allemaal keihard binnen. Er is geen filter op mijn zintuigen en dat zorgt ervoor dat er weinig ruimte is voor andere dingen. Als ik in de stad loop bijvoorbeeld neemt het visuele (drukke winkels, veel mensen en auto’s, schreeuwerige reclame) zoveel ruimte in dat ik snel schrik van mensen die me voorbij lopen, ik struikel sneller, ik zie niet goed wat er rond mij gebeurt, …
Dank de goden dat er oordopjes zijn!
Een klein sociaal batterijtje
Er zijn maar weinig mensen die mijn sociale batterij opladen. Als ik zo iemand tegenkom, is dat altijd een enorm geluksmoment en ik heb het geluk dat ik dat nu met al mijn vrienden heb. 🙏🏻 In sociale of drukke situaties (waar ik dan niet bij mijn vrienden ben) voel ik mezelf echt leeglopen qua energie. Niet alleen omdat het sociale contact op zichzelf veel energie vreet, maar ook omdat ik veel aan het analyseren ben (Zeg ik niets verkeerd? Maak ik me niet belachelijk? Reageer ik “normaal”? Moet ik nog oogcontact maken? Moet ik even stoppen met oogcontact maken?)
Vermoeiend!
Het zijn vooral de kleine onzichtbare dingen die het dagelijks leven toch wat ingewikkelder/vermoeiender/zwaarder maken en ik voel me daar vaak wat alleen in. Gelukkig helpt het wel om er regelmatig over te praten en dan ook soms te merken dat iemand anders hetzelfde ervaart. Ik hoop dat ik dat nu ook voor jou kan doen.
![](https://i0.wp.com/tussenmarsenjupiter.be/wp-content/uploads/2023/09/krulletje-en-prulletjes-gifje.gif?resize=1080%2C1080&ssl=1)
Heb je geen zin om een comment achter te laten, maar wil je wel je waardering tonen?
Klik op het hartje hieronder! ↓
DANKJE! ☻︎
Voor mij ben je goed genoeg 🫶
Fijn dat je dit zo open beschrijft. Het leert anderen je beter te begrijpen.
Sommige dingen zijn herkenbaar.
Oh heel veel heel herkenbaar. Die overgangen kan ik aardig mee omgaan, en ik heb qua eten het geluk gehad een moeder te hebben die hier heel goed mee omging. Als tiener liet ze me rustig een kindermenu bestellen als ik dat wou, niet dat ik daar niet mee worstelde want je moet toch ‘volwassenmensen-eten’ eten. Tegenwoordig weet ik wat voor mij safe foods zijn in een restaurant.
Ik ontdek de afgelopen maanden pas hoeveel ik eigenlijk aan het maskeren ben. Ik wist wel dat ik heel veel binnenhoudt, maar laatst verzuchtte ik nog weer tegen mijn man dat mensen me nooit begrijpen als ik zeg dat iets te veel is (geluid, rugpijn, etc.). En hij zei toen (en terecht): Dat komt omdat je dat maskeert, ze merken het niet aan je. Ik heb alleen eerlijk gezegd geen idee hoe ik dat niet doe.
Ik heb ook geen officiële diagnose, en eigenlijk niet zoveel zin in dat traject. Dus ik heb ook niet altijd het gevoel dat ik dat dan bij hulpverleners (verloskundige op het moment) echt in mijn dossier mag laten zetten. Onzin natuurlijk want zonder diagnose is mijn hoofd niet anders dan met.
Soms voel ik mijn batterij ook zó leeglopen als ik bij mensen ben, terwijl ik dat helemaal niet wil omdat ik die mensen zo fijn vind. Dan voel ik mezelf doodop en denk ik de hele tijd dat ze dat ook gaan merken of voelen en dat ze dan denken dat ik hen niet leuk of interessant vind… Moeilijke!
En wat die kindermenu’s betreft: dat zou eigenlijk gewoon moeten kunnen hé. Op veel menukaarten staat er wel bij dat je dat maar tot 12 jaar mag bestellen…
Wat een mooi open en eerlijk artikel. Overgangen vind ik soms ook wel eens lastig. Eigenlijk ben ik me daar niet altijd zo bewust van. Tot ik dit las. Dus dankjewel, zo leer ik toch mezelf weer een stukje beter kennen 🙂
Gewoon het kindermenu kunnen kiezen? Daar teken ik voor. 😉
Wat een mooie, open blog. Ik vind vooral de laatste drie heel herkenbaar.
Ook al ben ik niet neurodivergent (denk ik toch), maar chronisch depressief: ik herken hier wel wat in. Zoals je tweede paragraaf over dat douchen, en al die stappen. En dat die dingen echt een berg lijken waar je uren werk mee gaat hebben. Het maakt de dingen zo lastig en vermoeiend.